Aristoteles - Geschiedenis
Het werk van de bekende filosoof Aristoteles (384–322 voor Christus) had een enorme invloed op de loop van de filosofie in de oudheid en in de Middeleeuwen. Zijn woorden worden tot op de dag van vandaag nog steeds gretig door filosofiestudenten besproken en bestudeerd.
Hij werd in 384 voor Christus geboren in Stagira, Macedonië. Hij werd in Athene twintig jaar lang door de grote filosoof Plato onderwezen. In Macedonië was Aristoteles zelf enkele jaren de onderwijzer van een jongeman die later bekend zou worden als Alexander de Grote. Toen Alexander de troon besteeg, keerde Aristoteles naar Athene terug en richtte hij zijn eigen school op, het Lyceum dat 500 jaar lang in gebruik zou blijven.
Aristoteles onderwees over alle zaken die verband hielden met de menselijke kennis; men vermoedt dat hij zijn liefde voor de wetenschap van zijn vader Nicomachus had ontvangen, die als lijfarts aan het hof van Philippus van Macedonië had gediend. De onderwerpen die aan het Lyceum werden onderwezen varieerden van logica, metafysica, theologie, geschiedenis, politiek, ethiek, esthetica, astronomie en meteorologie tot een oude vorm van natuurkunde en scheikunde.
Aristoteles – Zijn werken
De leer en de werken van Aristoteles hebben de filosofie en het menselijke denken tot op de dag van vandaag beïnvloed, ook al is er maar een fractie van zijn werken bewaard gebleven. Het merendeel van de behouden werken van Aristoteles is samengesteld uit de notities die hij bij zijn lessen gebruikte. Dit verklaart de onverenigbaarheid van verschillende standpunten en de onbehouwen stijl die de lezer hierin kan aantreffen. Drie van zijn bekendste werken zijn de De Nicomachische Ethiek, De Eudemische Ethiek, en De Grote Ethiek.
Aristoteles – Deugd
Een van de veelbesproken ideeën van Aristoteles is de "de leer van het midden" (of de "Gulden Middenweg"). In deze leer vinden we een heleboel filosofisch jargon, maar het biedt geen wijsheid, aanwijzingen of morele regels. Filosofen wijzen vaak op de verdiensten van deze leer, maar de vraag is of je er werkelijk wijzer van wordt. De gedachte is dat te veel of te weinig vermeden moet worden en dit wordt op alles toegepast: van eetlust tot liefdadigheid tot de bestraffing van misdaden. Een kritiek op deze leer is dat er geen nauwkeurige specifieke kwantiteiten of maatstaven kunnen worden aangegeven. Uit deze leer komen allerlei vragen over de mens voort: wat is een "goed" mens; wat is het verschil tussen technische goedheid en morele goedheid?
“Elke vaardigheid en elk onderzoek, en net zozeer elke handeling en elk streven, heeft een zekere mate van goedheid ten doel. Daarom kan goedheid terecht gedefinieerd worden als datgene waar alle dingen naar streven" (De Nicomachische Ethiek 1.1).
“De menselijke goedheid blijkt een activiteit van de ziel te zijn die met de deugd overeenstemt. Wanneer er meerdere deugden zijn, dan zal de menselijke goedheid met de beste en meest volledige deugd overeenstemmen. Maar we moeten hieraan toevoegen 'in een volledig leven'. Want één zwaluw, of een enkele dag, maakt nog geen zomer. Op eenzelfde manier kan één dag, of een kort tijdsbestek, een mens niet gezegend en gelukkig maken” (De Nicomachische Ethiek 1.7).
“De deugd van een mens zal ook de menselijke karaktereigenschap zijn die een mens goed maakt en die er voor zorgt dat hij zijn werk naar behoren doet” (Nicomachische Ethiek 2.3).
“Het kan dus een groot verschil uitmaken of we, beginnend in onze kindertijd, gewoonten van de ene of de andere soort ontwikkelen; dit kan een enorm verschil uitmaken, of liever: het kan alle verschil uitmaken” (De Nicomachische Ethiek 2.1).
“Als geluk een activiteit is die met de deugd overeenstemt, dan is het redelijk om te veronderstellen dat geluk overeenstemt met de hoogste deugd; en dat zal de deugd zijn van het beste in ons” (De Nicomachische Ethiek 10.7).
Copyright © 2002-2021 AllAboutPhilosophy.org, Alle rechten voorbehouden