Moraliteit - De definitie
Moraliteit is een systeem van gedragspatronen en standaarden wat betreft goed en verkeerd gedrag. Het woord kan de volgende betekenissen hebben: (1) morele standaarden met betrekking tot gedrag; (2) morele verantwoordelijkheid, dat wil zeggen ons geweten; en (3) een morele identiteit, dat wil zeggen iemand die in staat is om goede of verkeerde handelingen te verrichten. Vaak gebruikte synoniemen zijn onder meer ethiek, principes, zedelijkheid, deugdzaamheid en goedheid. In onze huidige multiculturele samenleving is moraliteit een gecompliceerde zaak geworden. Laten we eens onderzoeken wat moraliteit is en wat dat betekent voor ons gedrag, ons geweten, onze maatschappij en onze uiteindelijke bestemming.
Moraliteit en ons gedrag
Moraliteit beschrijft de principes die ons gedrag beheersen. Zonder dergelijke principes kan een samenleving niet lang voortbestaan. In de hedendaagse wereld wordt moraliteit vaak gezien als een onderdeel van een godsdienstig standpunt, maar we zien dat dit per definitie niet het geval is. Elk mens volgt de een of andere morele leer.
Moraliteit is op drie verschillende niveaus belangrijk voor ons gedrag. Beroemd denker, geleerde en auteur C.S. Lewis definieert deze drie niveaus als volgt: (1) moraliteit verzekert eerlijkheid en harmonie tussen individuen; (2) moraliteit helpt ons om goede mensen te worden zodat we een goede samenleving kunnen hebben; en (3) moraliteit houdt een gezonde relatie in stand met de macht die ons geschapen heeft. Deze definitie maakt duidelijk dat de dingen die we geloven cruciaal zijn voor ons morele gedrag.
Professor Lewis zegt dat de meeste redelijke mensen het met elkaar eens zijn over het eerste punt. Maar we zien dat er over punt 2 al grote onenigheid bestaat. Kijk maar eens naar de volgende populaire gedachte: "Het schaadt toch niemand behalve mezelf?" Die gedachte wordt vaak gebruikt als excuus voor slechte persoonlijke keuzes. Hoe kunnen we de goede mensen zijn die we horen te zijn als we dergelijke slechte keuzes blijven maken? En hoe zal dat de rest van onze maatschappij beïnvloeden? Slechte persoonlijke keuzes kwetsen anderen wel degelijk. Maar de grootste onenigheid bestaat ongetwijfeld over punt 3. Hoewel de meerderheid van de wereldbevolking beweert in God te geloven, of tenminste in "een god", wordt er in de hedendaagse maatschappij bijzonder fel gedebatteerd over de vraag of een bijzondere schepping wel een geldige theorie is aangaande de oorsprong van het leven.
Een recent rapport in Psychology Today concludeerde: "De belangrijkste factor bij de voorspelling van het morele gedrag van een mens zou wel eens zijn godsdienstige toewijding kunnen zijn. Mensen die zichzelf 'godsdienstig' noemen, bedriegen hun vrienden minder vaak, hebben minder buitenechtelijke relaties, knoeien minder met hun boekhouding en parkeren minder waar dat niet mag." Deze resultaten geven aan dat ons geloof over de schepping grote gevolgen heeft voor ons denken en ons gedrag. Als we niet in een Schepper geloven, dan is de enige resterende mogelijkheid dat we zelf onze eigen morele normen en waarden verzinnen. Tenzij we in een dictatoriale maatschappij leven, staat het ons vrij om onze eigen persoonlijke morele gedragscode te kiezen. Maar waar komt die vrijheid eigenlijk vandaan? De meeste ongelovige mensen denken dat moraliteit een schepping is van de mensheid, ontworpen om te voorzien in de behoeften van stabiele samenlevingen. Alle levensvormen moeten voortdurend kiezen tussen leven en dood en beslissingen nemen op het gebied van macht en gezag. Dat leidt dan uiteindelijk tot een systeem van normen en waarden. De vraag is: wat gebeurt er als onze keuzes met elkaar conflicteren? Wat als ik geloof dat ik een bepaald iets nodig heb om te kunnen voortbestaan, terwijl dat tegelijkertijd jouw dood zou betekenen? Als we geen overkoepelende absolute standaard hebben voor de waarheid, dan zullen chaos en conflicten het gevolg zijn van onze eigen persoonlijke plannen en verlangens.
Moraliteit en ons geweten
Moraliteit heeft gevolgen voor onze alledaagse beslissingen. Die beslissingen worden bestuurd door ons geweten. We moeten voor onszelf vaststellen waar het geweten dan vandaan komt. Veel mensen geloven dat het geweten een zaak van het hart is; dat ideeën over goed, fout en rechtvaardigheid in ieder van ons zijn "geprogrammeerd". Dit is in overeenstemming met de werken van de apostel Paulus. Hij wijst erop dat zelfs mensen die niet in God geloven toch vaak Gods wetten (de Tien Geboden) gehoorzamen: "Wanneer namelijk heidenen, die de wet niet hebben, de wet van nature naleven, dan zijn ze zichzelf tot wet, ook al hebben ze hem niet. Ze bewijzen door hun daden dat wat de wet eist in hun hart geschreven staat; en hun geweten bevestigt dit, omdat ze zichzelf met hun gedachten beschuldigen of vrijpleiten" (Romeinen 2:14-15). Mensen die niet in God geloven kunnen maar tot één mogelijke conclusie komen, namelijk dat onze beslissingen slechts gebaseerd zijn op onze behoefte om te overleven. In dat geval zou ons geweten geen onderdeel zijn van een Goddelijk ontwerp, maar aangeleerd gedrag.
Copyright © 2002-2021 AllAboutPhilosophy.org, Alle rechten voorbehouden