Schepping of evolutie? - Hoe zijn wij ontstaan?
Het debat over schepping en evolutie heeft betrekking op onze oorsprong, onze herkomst. Hoe zijn wij ontstaan? Werden we geschapen of evolueerden wij op een willekeurige manier? Zijn we het product van een doelgerichte intelligentie of zijn we slechts het eindresultaat van ontelbare kosmische ongelukken? Maakt het überhaupt wat uit?
Schepping of evolutie? - Rede tegenover godsdienst?
De populaire media schildert het debat over schepping en evolutie vaak af als een debat tussen wetenschap en godsdienst. Het idee van een bijzondere schepping zou godsdienstig zijn, terwijl alleen de evolutieleer wetenschappelijk zou zijn. Helaas worden mensen die het hiermee niet eens zijn zelf ook meteen een stempel opgedrukt. Als je het niet eens bent met dat stereotype, word je veroordeeld als een godsdienstfanaat die probeert om godsdienst te vermommen als wetenschap, of nog erger: iemand die probeert te bewijzen dat de wetenschap het mis heeft in een poging om een belachelijk, onwetenschappelijk, godsdienstig wereldbeeld te rechtvaardigen. Maar de werkelijkheid is dat geen van beide modellen op een zodanige manier bewezen is dat mensen geen redelijke twijfels meer kunnen hebben; er is een reden dat we spreken van evolutieleer of evolutietheorie. Ongeacht of we het willen toegeven of niet, de mensen onder ons die in de evolutieleer geloven doen dit op basis van hun overtuiging. Maar wanneer we ontwerpkenmerken detecteren in biologische systemen, dan is dat niet gebaseerd op een godsdienstige premisse, maar op empirische waarnemingen en logica, al heeft dat natuurlijk wel theologische implicaties.
Schepping of evolutie? - Wat maakt het uit?
Waarom nemen we de moeite om te debatteren over schepping en evolutie? Maakt het echt wat uit wat we geloven over onze herkomst? Absoluut! Onze kijk op moraliteit, rechtvaardigheid, zin en betekenis, eigenwaarde, menselijkheid, verplichtingen, normen, waarden en onze uiteindelijke bestemming hangt nauw samen met onze kijk op de oorsprong van de mens. Laten we bijvoorbeeld, zonder de geldigheid van de evolutietheorie te bevestigen of te ontkennen, eens even de tijd nemen om te kijken wat de evolutieleer ons leert over de oorsprong van de mens en welke invloed deze leer heeft gehad op het menselijke gedrag.
De evolutietheorie leert ons dat een evoluerende levensvorm uiteindelijk ideale bevolkingsaantallen zal bereiken. Terwijl de soorten evolueren, worden zwakkere soorten door sterkere soorten geëlimineerd. Dat wordt "survival of the fittest" ("het recht van de sterkste") genoemd. Zwakke en inferieure leden van een soort zouden geëlimineerd moeten worden ten gunste van het behoud van superieure bloedlijnen en essentiële bestaansmiddelen. De "natuur" wenst niet dat "de zwakkere individuen met de sterkere individuen paren, en zij verlangt nog minder dat een hoger ras zich met een lager ras mengt, want als zij dat deed, dan zou haar hele werk - de voortplanting naar een hoger niveau - dat misschien wel honderdduizenden jaren in beslag heeft genomen, met één klap verwoest kunnen worden."[1] "Uit de oorlog van de natuur, hongersnood en dood volgt dus rechtstreeks het meest verheven object dat we mogelijk kunnen bedenken, namelijk de productie van hogere dieren."[2] En omdat de mens slechts een diersoort is, hebben we geen intrinsieke waarde. We zijn daarom op geen enkele wijze gevrijwaard van "de oorlog van de natuur". Het gevolg was dat Adolf Hitler (1889-1945) de volgende retorische vraag stelde: "Zou ik niet ook het recht moeten hebben om miljoenen leden van een inferieur ras, dat zich vermenigvuldigt als ongedierte, te elimineren?"[3] We herinneren ons Hitler natuurlijk omdat hij meer dan 6.000.000 individuele mensen vermoordde. Hij zag elk van deze zes miljoen mensen als een inferieur en zwakker lid van de soort. Had Hitler het mis? Hij beweerde de evolutietheorie te koesteren; had hij de theorie dan verkeerd begrepen of verkeerd geïnterpreteerd? Dat lijkt niet het geval te zijn. De beroemde Britse evolutionair antropoloog en anatoom Sir Arthur Keith (1866-1955) verdedigde Hitler als volgt: "Hitler is een onbuigzaam evolutionist. We moeten op zoek gaan naar een evolutionaire verklaring als we zijn handelingen willen begrijpen."[4] Keith verzekerde ons: "De Duitse Führer is, zoals ik steeds consequent heb volgehouden, een evolutionist; hij heeft er bewust naar gestreefd om Duitsland op een praktische manier aan te passen aan de evolutietheorie."[5] Jozef Stalin (1879-1953), een ander vurig evolutionist, wist Hitler zelfs te overtreffen. Hij vermoordde op zijn minst tien keer zoveel "inferieuren" (schattingen variëren van 60.000.000 tot 100.000.000 mensen). Had Stalin het bij het verkeerde eind? En Pol Pot dan, had die het ook mis? Nou, niet als je het evolutionaire wereldbeeld onderschrijft. Mensen die in filosofisch opzicht consequente, onbuigzame evolutionisten zijn, zouden Hitler en Stalin als rolmodellen moeten zien.
En zo zien we hoe een levensbeschouwing het menselijke gedrag kan beïnvloeden. We zien ook dat moord, een gruwelijke en afkeurenswaardige menselijke handeling, niet alleen wordt goedgepraat, maar zelfs wordt aangemoedigd. Maakt het dus wat uit wat we geloven over onze oorsprong? Absoluut! Maar het is nog belangrijker dat de dingen die we geloven ook werkelijk waar zijn. Een mens kan besluiten om niet in zwaartekracht te geloven, maar als hij dan van de rand van een hoog gebouw afstapt, zal hij toch te pletter vallen. De vraag is dus: zijn wij het product van een doelgerichte intelligentie of zijn we slechts het eindresultaat van ontelbare kosmische ongelukken? Vertrouw niet op wat anderen je vertellen. Onderzoek het bewijs voor jezelf.
Copyright © 2002-2021 AllAboutPhilosophy.org, Alle rechten voorbehouden