De Griekse filosoof Plato - Geschiedenis
Plato was een invloedrijke Griekse filosoof uit de oudheid. Hij werd in 427 voor Christus geboren in Athene, in Griekenland. Hij was de zoon van rijke Atheense ouders en hij begon zijn filosofische carrière als een leerling van Socrates. Na de dood van zijn vader trouwde zijn moeder met een vriend van Pericles. Hierdoor raakte Plato verbonden met zowel de oligarchie als de democratie. Een oligarchie is een regeringsvorm waarin de meeste of alle politieke macht in handen is van een klein segment van de samenleving. Dit segment is gewoonlijk de machtigste bevolkingsgroep vanwege hun rijkdom, familiebanden, militaire macht, politieke invloeden of zelfs wreedheid. Een oom aan moederszijde probeerde Plato ervan te overtuigen om zich aan te sluiten bij de oligarchische heersers van Athene, maar hij besloot om net als zijn twee broers een leerling van Socrates te worden. Socrates dwong deze mannen om de ideeën en overtuigingen over te nemen die hij zelf had uiteengezet over het onderwerp "Ken uzelf".
Plato was geen vriend van de Dertig Tirannen, een pro-Spartaanse oligarchie die in die tijd in Athene aan de macht was. Een van de twee belangrijkste leden was een volgeling van Socrates. De Dertig hadden de rechten van de Atheense burgers aanzienlijk ingeperkt. Slechts 500 speciaal geselecteerde burgers mochten wettelijke functies vervullen, en slechts 3000 mensen hadden recht op wapenbezit en juryrechtspraak. Honderden Atheners werden gedwongen om van een gifbeker te drinken (met daarin gif van de "gevlekte scheerling", een giftige plant die op kervel lijkt). Duizenden werden verbannen. Plato's kritische beschouwingen maakten hem niet populair onder de oligarchen; hij werd aangeklaagd voor goddeloosheid en het misleiden van de jeugd. Op beide misdaden stond de doodstraf. Uiteindelijk werd Plato ter dood veroordeeld. Zijn vrienden schoten hem te hulp; zij boden aan om in zijn naam een boete te betalen om hem zo van de doodstraf te redden.
De Griekse filosoof Plato - Invloeden
Plato werd enorm door Socrates beïnvloed. Socrates was daarom een belangrijk personage in een groot aantal van Plato's dialogen. Zijn eerdere werken bevatten waarschijnlijk veel dingen die hij uit de werken van Socrates had "geleend" of aangepast. Het is de vraag in hoeverre de inhoud en de argumentatie in Plato's dialogen feitelijk de standpunten van Socrates of de standpunten van Plato zelf verwoorden. Socrates had zelf namelijk helemaal niets van zijn leer opgeschreven.
Plato’s werken beschreven onder andere discussies over de vraag welke regeringsvorm de beste is. Aan deze debatten werd deelgenomen door aanhangers van de aristocratie, de democratie en de monarchie. In de meeste van zijn werken zijn de centrale thema's het conflict tussen natuur en gebruiken, de rol van erfelijkheid en de omgeving op het menselijke intellect en de menselijke persoonlijkheid.
Na de dood van Socrates begon Plato een school in Athene, in een boomgaard die aan de halfgod Academus was opgedragen. De school werd daarom de academie genoemd (waar ook ons woord "academie" vandaan komt). De school werd beschouwd als een universiteit voor hoger onderwijs; enkele van de onderwezen vakgebieden waren natuurwetenschap, astronomie, wiskunde en filosofie. Plato hield ook lezingen, maar deze werden nooit gepubliceerd.
Plato stierf in 347 voor Christus op ongeveer tachtigjarige leeftijd, maar zijn doodsoorzaak is onbekend.
De Griekse filosoof Plato – Logos
Logos is een Griekse term die "het Woord" betekent. Griekse filosofen als Plato gebruikten Logos niet alleen voor het gesproken woord, maar ook voor het onuitgesproken woord, het woord dat zich nog steeds in de gedachten bevindt: de rede. De Grieken gebruikten deze term ook voor het rationele principe dat over alle dingen in het universum heerst.
Heraclitus, een andere Griekse filosoof, gebruikte het woord Logos rond 600 voor Christus voor het eerst als benaming van de Goddelijke rede of het Goddelijke plan dat het hele universum bestuurt. Monotheïstische Joden gebruikten Logos als naam voor God, omdat Hij het rationele verstand is - de rede en de reden - achter de schepping en de werking van het universum.
Daarom gebruikte Johannes (de schrijver van het gelijknamige Evangelie) een heel bijzonder woord - Logos - omdat dit woord in de eerste eeuw na Christus voor Joden én Grieken de beoogde betekenis had.
“In het begin was Logos (het Woord), Logos was bij God en Logos was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. Logos (het Woord) is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader” (Johannes 1:1-3, 14).
Copyright © 2002-2021 AllAboutPhilosophy.org, Alle rechten voorbehouden